Op zondag 13 september werd onder ideale omstandigheden, weinig wind, zonnig en iets boven 20 graden, het Zaans Kampioenschap Inline Skaten verreden. Op het prachtige complex De Purmerring van de lokale IJs- en Inline Skateclub Purmerend, werd in alle bijna alle leeftijdsklassen op verschillende onderdelen de strijd om de eer, een banaan en de prijzen gestreden.
Op het rechte eind van de 400 meter baan moesten de deelnemers het als eerste op de 100 meter, 3 naast elkaar opnemen. Ondanks dat alles op rolletjes ging was het starten op wieltjes nog niet zo eenvoudig. Maar aan het eind van die 100 meter stond een deskundige jury met arendsogen de aankomstvolgorde te registreren, geholpen door echte tijdmetingapparatuur. Het allersnelste duveltje uit een doosje werd hier Lionel van der Roest in 12:86 sec.
tekst gaat verder onder de foto’s.
De volgende onderdelen vonden plaats op de 200 meter piste, alwaar nationale en internationale toppers al eerder razendsnelle tijden hebben neergezet. Op de 200 meter individuele tijdrit mochten de 24 deelnemers om de beurt starten en zo snel mogelijk hun rondje afraffelen. Mees Olie moest zijn gretigheid met een valpartij bekopen, maar liet zich op de andere onderdelen niet uit het veld slaan. Ook hier was Lionel de snelste in 22:44 sec, gevolgd door master Kees (krachtpatser) Waqué in 23,02sec. Ook bij dit onderdeel was de starttechniek voor menigeen het verschil tussen snel en heel snel, al mag je op dit onderdeel zelf bepalen hoe en wanneer je start!
tekst gaat verder onder de foto’s.
De junioren en senioren moesten per categorie voor de 1000 meter (5 ronden!) de skates onderbinden en zorgen dat ze in de laatste meter de concurrentie met tenminste één skate voorbij steken. Dat resulteerde in de winst voor weer Lionel, weer Kees en Sanne van Veen. Aparte vermelding was er voor Kees, die na 4 ronden vond dat het wel genoeg was. De attente speaker, Chris Schuurman, redde Kees nog door hem als Hilbert van der Duim aan te spreken met de legendarische woorden van Leen Pfrommer: “Jongen, je moet nog een rondje! Hilbert, doorrije”. In tegenstelling tot Hilbert, sloot Kees deze race wel winnend af.
tekst gaat verder onder de foto’s.
De pupillen Jongens en meisjes reden een kortere wedstrijd op het positie onderdeel, namelijk een 300 meter, maar moesten dat in meerdere heats doen om tot winnaar op deze discipline te worden benoemd. Nu was het Elinn Unlu met Lianne van Assema op de hielen die bij de meisjes de snelste was. Mees Olie liet aan Daniel Klijnsma en publiek bij de jongens zien dat je door een schaafwond niet langzamer gaat rijden.
De puntenkoers was het slotonderdeel voor alle deelnemers. De groepen kwamen nu gemengd, junioren en masters, in de baan en konden om de ronde punten verdienen door in 15 ronden om het juiste moment toe te slaan. Hier was ondergetekende master Mark Peters de snelste van het hele pak, waarna hij het juichen niet kon laten. Per leeftijdsklasse en mannen/vrouwen heeft de jury ook op dit onderdeel een prima prestatie geleverd door iedereen in de juiste klasse te registreren en punten toe te kennen. Lionel en Sanne waren de grootste puntenrapers en hadden met 15 punten ieder de meeste punten algemeen en in hun klasse.
tekst gaat verder onder de foto’s.
De pupillen reden een kortere puntenkoers van 5 ronden en konden elke ronde punten verdienen, 2 punten voor de eerste en 1 punt voor de tweede doorkomende deelnemer. In de laatste ronde is er voor de eerste rijder zelfs 3 punten te verdienen. Mees Olie en Lianne van Assema waren hier bij de pupillen de grootste puntenverzamelaars.
De prijzen werden na een kort juryberaad door Thijs van Tol, in functie als trainer/coach/starter/hoofdscheidsrechter/organisator/begeleider uitgereikt. Thijs was, evenals vorig jaar de onmisbare schakel voor een perfect georganiseerde evenement waar we allemaal: jury, deelnemers ouders en publiek, trots op mogen zijn. Hopelijk volgend jaar weer met nog meer deelnemers en ooit op een vergelijkbare baan in de Zaanstreek.
De volledige uitslag is hier terug te vinden.
De foto’s zijn van John van Assema.
Verslag: Mark Peters